> Restafval en grondstoffen

Ook in 2016 leverden de inwoners van de regio weer minder restafval en grondstoffen aan, daarmee werd de dalende lijn van de afgelopen jaren voortgezet. Met gemiddeld 421 kilo was dat 1,6 procent minder dan in 2015. De langjarige trend van afname van het aandeel restafval en toename van het aandeel gescheiden grondstoffen zette zich ook in 2016 onverminderd door.

Het ingezamelde restafval en aangeboden grof restafval nam met 7,5 procent af tot gemiddeld 131 kilo per inwoner. De nationale doelstelling voor 2020 is 100 kilo. Als dit reductietempo wordt volgehouden, dan is die doelstelling zeker haalbaar. Dat bewijzen al twee gemeenten in de regio die nu al gemiddeld minder dan 100 kilo (grof) restafval per inwoner realiseren.

De gescheiden aangeboden grondstoffen namen in de regio met 1,4 procent toe tot 290 kilo per inwoner. De toename wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de gestegen ingezamelde hoeveelheid plastic, metaal en drankpakken (PMD). Deze nam in 2016 toe van 24 naar 29 kilo per inwoner. Er werd minder oud papier en verpakkingsglas ingezameld.



Inwoners in de regio bieden steeds minder restafval en grondstoffen aan. Het aandeel grondstoffen groeit en het aandeel restafval neemt af.

Tussen de gemeenten in de regio zitten verschillen in de resultaten. Het aanbod aan restafval en grondstoffen in de regio loopt bijvoorbeeld uiteen van gemiddeld 368 tot 572 kilo per inwoner. Ook de samenstelling van het ingezamelde restafval en de aangeboden grondstoffen verschilt aanzienlijk tussen gemeenten. De grootste verschillen worden veroorzaakt door een andere stedelijkheid van de gemeenten en het type afvalstoffenheffing of ander op gedrag sturend afvalbeleid.


Totale hoeveelheid restafval en gescheiden ingenomen grondstoffen in 2016 per inwoner.